Ik loop naar boven om m’n sloffen te halen.
Op de trap vind ik wat vieze vaatdoekjes die ik meeneem.
Ik zie op de overloop wat was liggen.
Doe de was in de wasmand.
Zie dat ik wel een donkere was kan draaien.
Loop naar m’n slaapkamer om nog wat gebruikte, donkere handdoeken op te halen.
Zie dat de gordijnen nog dicht zijn.
Doe ze open.
Zie m’n onopgemaakte bed.
Leg m’n dekbed netjes neer.
Zie de vloer, of zie eigenlijk dat ik hele stukken van de vloer niet zie.
Doe een rondje sokken rapen.
Schrik me dood van een man die stilletjes op de w.c. zit.
(Mijn man, vrees niet.)
“Je mag je sokken ook gewoon op één hoopje leggen, die hoeven niet persé verspreid over de hele verdieping.”
(Raad zelf maar wie dit tegen wie zegt.)
Vind een wasmand vol vieze kleding, van een eerdere verzamelronde.
Neem alles mee naar de kamer met het ingenieuze wasmandensysteem en verdeel het.
Wit, zwart, kleur, delicaat, heet.
Doe de donkere was in de machine.
Eco-stand, want duurzaam en dan duurt het ook nog twee uur extra voor ik het op moet hangen.
Haal wat was van de waslijn, zodat er vast wat ruimte is voor de natte was.
Loop naar beneden.
Ga op de bank zitten.
Realiseer me dat ik koude voeten heb.
Ik loop naar boven om m’n sloffen te halen.